Immigratie is weliswaar een heikel onderwerp, maar het leent zich om conform de gouden regel te worden ingevuld.

Van oudsher is ons land een immigratieland, en steeds zijn wij er beter van geworden. Deze positieve balans willen wij handhaven. Maar wij zijn wel voorzichtig met immigratie. Het raakt het hart van de gemeenschap.

De beslissing om een huwelijkspartner toe te laten tot Nederland is een beslissing die de gemeenschap aangaat. Het moet om een echt commitment tussen partners gaan, dusdanig dat de in Nederland woonachtige partner bereid is zich in het land van zijn of haar partner te vestigen indien en voor zolang de buitenlandse partner niet in Nederland wil of kan wonen. Een aanvraag om een buitenlandse partner naar Nederland te mogen halen wordt vergezeld door een borg van tienduizend euro. Een rechter toetst of het redelijk is dat Nederland het vestigingsland van het paar zal zijn, rekening houdend met hun beider kennis van de taal en cultuur van beide landen en de mogelijkheden tot vestiging in dat andere land, onder het axioma dat beide vestigingslanden gelijkwaardig zijn. Bij een rechterlijke afwijzing wordt de borg teruggestort nadat de aanvrager zich daadwerkelijk in dat andere land gevestigd heeft. Bij een toewijzing wordt de borg teruggestort nadat de buitenlandse partner een eigen verblijfsstatus in Nederland heeft verworven of niet meer in Nederland woont, in beide gevallen onder aftrek van tussentijds genoten bijstandsuitkeringen van een of beide partners en met toevoeging van rente.

Waar een of beide huwelijkspartners zich niet aan hun verplichtingen houden en het niet mogelijk is hen het land uit te zetten worden ze geacht zich buiten de gemeenschap te hebben geplaatst.