Op de aarde zijn wij zuinig. Wij hebben er maar één van. Maar wij laten ons niet sturen door de angst…

Wij gunnen onze kinderen een wereld waarin de natuur even welig tiert als toen wij kinderen waren. Soortenrijkdom houden wij in stand. Verstedelijking wordt gecompenseerd door uitbreiding van het areaal dat aan natuurgebieden is gewijd.

Boeren zijn producenten en landschapsbeheerders. De gemeenschap betaalt ze slechts voor dat laatste. Voor dieronvriendelijke praktijken betalen wij niet. Koeien mogen weer grazen in de wei en kippen en varkens hebben bewegingsruimte.

Ten aanzien van de opwarming van de aarde kunnen wij twee op twee manieren in de fout gaan. Wij kunnen de ernst daarvan onderschatten, met als gevolg wereldwijde klimaatrampen. Of wij kunnen worden genept door een samenzwering van wetenschappers die ons voorliegen dat klimaatrampen dreigen, met als gevolg dat de maatregelen die wij nemen er slechts voor zorgen dat onze kinderen net zoals wij over fossiele brandstoffen kunnen beschikken en dat wij een beetje voor gek staan. Mensen die de laatste fout veel erger vinden dan de eerste hebben bijzonder kwetsbare ego’s of zijn bijzonder eigenwijs of beide. Ze tonen aan dat ze voor het dragen van regeringsverantwoordelijkheid ongeschikt zijn. Wij nemen onze verantwoordelijkheid, door de maatregelen en doelen van het klimaatakkoord en de aanvullingen van de EU zonder morren te realiseren. En door alvast plannen te maken om de gevolgen van een hoger zeespiegel op te vangen.

Belastingen op auto’s en brandstof worden uitsluitend aangewend ten behoeve van onderhoud van het wegennet en de vermindering van dan wel de compensatie voor de mobiliteitsverbonden milieuvervuiling.

De BPM op een auto dient ter compensatie van de aanslag op het milieu die de productie daarvan veroorzaakt.

De brandstofaccijns dient ter compensatie van de CO2 uitstoot dat een voertuig produceert. Deze uitstoot wordt berekend door ervan uit te gaan dat de brandstof volledig tot verbranding komt.

De motorrijtijgbelasting is bedoeld om de mobiliteitsinfrastructuur te onderhouden. Deze belasting is afhankelijk van de grootte en het gewicht van het voertuig.

Uitbreiding van de mobiliteitsinfrastructuur wordt betaald vanuit de spitsparkeerheffing.