De kerngedachten van het Sociaal Contract


Het Sociaal Contract is gebaseerd op vier kerngedachten. Die zijn achtereenvolgens de gouden regel als ethische norm, de gemeenschap als collectief waarin wij samen meer zijn dan een optelsom van individuën, de overheid als partij die op basis van het sociaal contract namens de gemeenschap handelt, en nuchterheid om te voorkomen dat wij rijker rekenen dan wij zijn.

De gouden regel

Het sociaal contract is gebaseerd op de stelling dat je over het geheel van je leven ten minste evenveel aan de gemeenschap bijdraagt als je van de gemeenschap ontvangt. Als iedereen zo handelde, dan hadden wij geen AOWschuld gehad. Deze stelling is een toepassing van de gouden regel: doe een ander niet aan wat je zelf niet aangedaan zou willen worden. Dat is een nagenoeg universeel aanvaard moreel principe. Het is terug te vinden in alle grote religies, in vele filosofische systemen en zelfs in de wiskunde.

Het sociaal contract past ook het omgekeerde van de gouden regel toe: met de maat waarmee je meet, zal je worden gemeten. Met andere woorden, wat je voor anderen goed genoeg vindt is goed genoeg voor jou. Door deze regel toe te passen houden wij onszelf eerlijk en kunnen wij voorkomen dat de zorg voor de zwaksten in de samenleving het sluitpost van de begroting wordt.

De gemeenschap

Het sociaal contract is gebaseerd op de aanname dat het individualistische en het gemeenschappelijke elkaar versterken. Wij komen als individuen tot ons recht binnen de gemeenschap. Het neemt afstand van het liberalisme, waarin de gemeenschap aan het individu ondergeschikt is, en van het socialisme, waarin het individu aan de gemeenschap ondergeschikt is.

De overheid

De gemeenschap is van, voor en door ons allen. De overheid is één van de instrumenten waarmee de gemeenschap haar zaken regelt, de eerste onder zijn gelijken. De gemeenschap is verantwoordelijk voor alles wat de overheid doet; als wij de overheid ergens de schuld van geven, beschuldigen wij onszelf. Een afspraak die door de overheid is gemaakt is door de gemeenschap gemaakt. Voor zover je er niet tegen een afspraak van de gemeenschap verzette, ben je voor de afspraak moreel verantwoordelijk. Voor elke afspraak van de gemeenschap deel je mee in de financiële verantwoordelijkheid. De overheid is van ons, haar daden zijn onze daden en haar schuld is onze schuld.

Nuchterheid

De wereld is mooi. Maar niet mooier dan het is, en dat moeten wij onder ogen durven zien. Wie op een roze wolk leeft komt vroeg of laat ten val.

Nuchterheid betekent dat je bereid bent de economische waarheid onder ogen te zien, ook wanneer dat pijn doet. Want alleen als wij zien dat er iets niet goed gaat zijn wij in staat om er iets er tegen te doen. Als jouw bedrijfstak in Nederland niet meer rendabel te maken is, is het hoog tijd dat je wordt omgeschoold naar iets waarvoor er wel voldoende vraag is. Als onze economie niet concurrerend is, kunnen wij beter investeren in het verbeteren van onze concurrentiekracht, want meer geld erin pompen lost niets op en maakt ons alleen maar zwakker.

Nuchter zijn wil niet zeggen dat geld het laatste woord heeft. Wijze beslissingen maken wij als twee dingen in balans houden – wat de dingen kosten en wat ze waard zijn. Wat dingen waard zijn is vaak niet in geld uit te drukken, maar wordt bij elke uitgave wel naar geld vertaald, ook door iedereen die dat niet wil.

Met een nuchtere kijk op de wereld rekenen wij ons niet meer rijk door schulden buiten de boeken te houden. Wij hanteren daarbij normale boekhoudingsprincipes, niet die van politici. Voor aanspraken die nu worden opgebouwd wordt nu geld opzij gelegd. Schulden maken is schulden hebben.

De nuchterheid gebiedt ons om de overheid te voorzien van “checks en balances”. Aan slagers die hun eigen vlees keuren hebben wij een broertje dood. Maar wij moeten niet denken dat een veelheid aan controlerende instanties ons gaat redden. Dat hebben wij gezien bij de toeslagenaffaire. De gedweeheid waarmee de bestuursrechter de Belastingdienst volgde was ontluisterend. Het Sociaal Contract stelt dat wij eerst de systemische oorzaken van corruptie en dwaling in kaart dienen te brengen, vervolgens systeemaanpassingen doorvoeren die deze oorzaken bestrijden en tenslotte checks and balances toevoegen om de resterende ontsporingsmogelijkheden te corrigeren.