Laat ik maar met de deur in huis vallen: mijn tweede naam is Henk. Nou, eigenlijk is het Hendrik, maar zo heette mijn oom Henk ook. Als Henk en Ingrid voor rotte vis worden uitgemaakt omdat ze racistisch, xenofoob, bang of zelfzuchtig zouden zijn, voel ik mij aangesproken. Als de integriteit van Henk en Ingrid in twijfel wordt getrokken omdat ze op de PVV stemmen, staat mijn integriteit ter discussie. Niet dat ik zelf op de PVV stem, maar ik snap de motivatie om dat te doen wel. Laten wij wel wezen, Geert weet feilloos waar de pijn bij Henk en Ingrid ligt. Wie dat niet snapt, heeft Henk en Ingrid alweer niet begrepen.
Waar het om draait is dit: Henk en Ingrid maken een onderscheid tussen drie soorten mensen. Ten eerste de mensen waaraan onze hulp niet besteed is omdat je net zo goed een bodemloze put kan proberen te dempen. Ten tweede de mensen die je uit welwillendheid helpt, als dat op je pad ligt. Ten derde de mensen die je never nooit laat vallen, omdat wij bij elkaar horen, omdat wij samen een gemeenschap vormen. Bij Henk en Ingrid horen de mensen met wie ze ‘eigen’ zijn tot de derde groep en de rest niet. Is dat fout? Is dat racistisch of xenofoob? Of zijn wij niet allemaal Henk en Ingrid, behalve dan dat wij de scheidslijnen iets anders trekken?
Laten wij de vraag van de andere kant bekijken: wie zijn zo belangrijk voor ons dat wij ze nooit zullen laten vallen? Dat is niet de hele wereld, of zelfs het hele land. Dat zijn de mensen van dichtbij. En toevallig zijn het de mensen van wie wij verwachten dat ze voor ons klaar zullen staan als wij ze nodig hebben. Gemeenschap komt van twee kanten. Dan is het geen last, maar een positieve kracht.
Wij hebben Henk en Ingrid gevraagd klaar te staan voor mensen die nooit voor hen klaar zullen staan. Of waarvan ze niet denken dat ze voor hen klaar zullen staan, want dat is moeilijk aan te nemen van mensen die jouw taal niet spreken, die zorgen dat jouw wijk jouw wijk niet meer is. Daar moeten wij niet direct het stempel ‘racisme’ op zetten. In tegenstelling tot Geert stonden Henk en Ingrid destijds massaal achter Mauro, want hij behoort tot onze gemeenschap.
Dat gevoel van gemeenschap gebaseerd op wederkerigheid, zit diep bij Henk en Ingrid. Zij begrijpen niet hoe het kan dat wij een leger werklozen hebben en er toch geen een in de Westlandse kassen wil werken. Zij snappen niet hoe dat zonder sancties kan. Zij snappen ook niet waarom hun kinderen jarenlang op passende huisvesting moeten wachten terwijl mensen die niet tot de gemeenschap behoren zo aan de beurt zijn. Zij vinden het onbegrijpelijk dat zigeuners op kosten van de gemeenschap in hotels kunnen worden gehuisvest, alsof het een recht was. Zij snappen niet dat homopesters door de gemeenschap gefinancierd worden.
Ook voor het Sociaal Contract staat gemeenschap gebaseerd op wederkerigheid hoog in het vaandel. Mensen die vooral van de gemeenschap willen plukken en niet voor een ander klaar staan, komen bij ons van een koude kermis thuis. Wie het te bont maakt, mag van huis en haard naar een wooncentrum vertrekken, waar zij via de werkvoorziening alsnog hun bijdrage aan de gemeenschap kunnen leveren. Mensen die nooit de moeite hebben genomen de Nederlandse taal eigen te maken, maar wel van een uitkering willen genieten, horen daar ook bij. Dat is wel zo eerlijk.
Geert Wilders weet wel waar de pijn ligt, maar zijn diagnose deugt niet en zijn oplossingen stellen niets voor. Er is geen wijk in Nederland waarin Henk en Ingrid zich dankzij Geert meer thuis voelen dan voorheen. Er is geen moslim die dankzij hem minder radicaal is geworden, eerder het tegendeel. Erger nog, er is geen gemeenschap die dankzij zijn inspirerend leiderschap hechter is geworden. Met het Sociaal Contract krijgen wij onze wijken stukje bij beetje terug, hebben moslims minder behoefte hun identiteit te accentueren, en wordt ons gemeenschapsgevoel een positieve kracht.
Wat vind jij ervan, Ingrid?